Laat tien voetballers los in de grote sportzaal van het Universum bij Science Park en de ruimte wordt snel gevuld met het geschreeuw en gescheld dat bij zaalvoetbal lijkt te horen. De afgelopen negen dagen vulden geen tien, maar driehonderd man die grote ruimte – en bleef het muisstil. De driehonderd waren schakers. Strijdend om de winst bij het Amsterdam Science Park Chess Tournament, dachten ze na over paarden en torens.
Arbiter Joost Jansen fungeerde negen dagen lang als bewaker van de stilte. Tijdens het toernooi gebeurde het één keer dat de telefoon van een schaker afging. De tegenstander van de zondaar stapte direct naar Jansen om het incident te melden. Kinderachtig, wellicht. Maar binnen het schaken geldt het als een ernstige overtreding. De arbiter heeft op zo’n moment geen keuze. Hij bestraft de schuldige met een reglementaire nederlaag.
Maar vaak hoeft hij niet in te grijpen. De zaal is negen dagen lang gevuld met een uiteenlopend arsenaal aan mensen, maar allemaal respecteren ze de schaaketiquette. ‘Dat is het mooie van schaken,’ fluistert Jansen op een van de middagen. ‘Iedereen die de regels kent kan meedoen. Kinderen, studenten, volwassenen, gepensioneerden. Dat zie je bij geen andere sport. We hebben zelfs blinde deelnemers.’
Geldbeluste grootmeesters
Dit jaar zijn er wel minder grootmeesters aanwezig dan gebruikelijk. Kwestie van budget. Grootmeesters willen startgeld zien. Toch zijn er twee komen opdagen, in de wetenschap dat de toernooizege nu voor het oprapen ligt. Een van die grootmeesters is Erik van den Doel. Hij maakt zijn faam waar en wordt een dag voor het einde tot winnaar uitgeroepen. Hij heeft alles gewonnen.
Behalve één partij. De amper dertienjarige Robby Kevlishvili dwingt tegen de grootmeester een remise af. ‘Maar Robby is ook echt goed,’ erkent UvA-student Bart von Meijenfeldt (20). Bart kan het weten, want ook hij nam het op tegen Robby. En verloor. Terwijl Bart zelf de regerend Nederlands Jeugdkampioen is en in oktober mee mag doen aan het WK jeugd in India.
Op de laatste dag speelt de student econometrie, herkenbaar aan zijn lange blonde haren, om een plek op het podium. Hij lijkt zijn partij makkelijk te gaan winnen, totdat er iets geks gebeurt.
Mechanisch defect
‘Mijn tegenstander zat in een benarde situatie,’ vertelt Bart. ‘Hij moest een geniale zet bedenken om zich te redden, terwijl hij nog maar één minuut op zijn klok had. Maar plots hield die klok ermee op.’ Mecaniciens moesten de boel repareren. Ondertussen kreeg Bart’s opponent de tijd om de verlossende zet te vinden. ‘Dat lukte hem. Daardoor was de spanning volledig terug en hebben we nog uren moeten spelen.’ Uiteindelijk won Bart de partij alsnog en eindigde hij als derde.
Na afloop lijkt Café de Oerknal omgetoverd tot een schaakarena. Veel deelnemers zitten met hun voormalige tegenstander aan een tafeltje. Ze hebben het schaakbord meegenomen en herbeleven de cruciale zetten van hun partij. Nu praten ze wel.